Sietske de Vet

Veel toeristen komen er niet in Noorwegen. Maar dat is nou precies de charme van het land. Noorwegen associeer je met de Noordkaap en het noorderlicht. Maar er is meer. De natuur is overweldigend. Het land is dunbevolkt.

Als ik terugdenk aan mijn vakanties in Noorwegen, herinner ik me lange wandelingen naar onbemande berghutten die je met wat geluk helemaal voor je alleen hebt. Ik herinner me grillige fjorden en de grote omweg die je moest maken als je om zo’n fjord heen wilde rijden. De rendieren die mijn pad kruisten. De ongereptheid van het landschap. De lange avonden omdat het (’s zomers) zo lang licht blijft. En ik herinner me het maagdelijke sneeuwlandschap waar het ’s winters heerlijk langlaufen is.

Wie eenmaal in Noorwegen is geweest, keert er vrijwel altijd terug. Dat zegt genoeg!

Wat te zien in Noorwegen?

Noorwegen kent maar liefst 44 nationale parken. Een compleet overzicht van alle parken staat op VisitNorway. Hier beschrijf ik een paar populaire bestemmingen en nationale parken. Gebieden die ik zelf ken of die voor wandelaars (en fietsers) interessant zijn. Elders op Tweevoeter vind je mijn praktische reistips voor Noorwegen.

Zuid-Noorwegen

Oslo

Wie voor het eerst naar Noorwegen gaat, begint (of eindigt) de reis vaak in de hoofdstad Oslo. Al was het maar omdat het vliegtuig er landt, of omdat de boot er aanmeert. Oslo kent veel musea, parken en gebouwen: het koninklijk paleis, de kathedraal en het prachtige Stortinget waar het parlement van Oslo is gehuisvest. Meer over Oslo vind je op:
www.visitnorway.com/…/budgetvakantie-in-oslo/

Lillehammer

Zo’n 150 km verder ligt Lillehammer. Er zijn veel winkels en musea. En overal word je herinnerd aan de Olympische Winterspelen van 1994: de skischans, bobsleebaan, grote hotels (die gedeeltelijk leegstaan) en zelfs een Noors Olympisch Museum. Zie:
www.visitnorway.com/…/bezienswaardigheden-in-lillehammer/

Voor het eerst in Noorwegen

Heb je niet eerder in Noorwegen gewandeld? Begin dan in het zuiden. Het zuiden van het land bestaat uit een afwisselend landschap van bossen, bergen en rotsachtige kusten. De hoogteverschillen zijn niet al te groot, zeker als je op het plateau van de Hardangervidda wandelt. Het gebied is goed bereikbaar en het ligt niet al te ver weg. In Zuid-Noorwegen kun je ook goed fietsen: het heuvelachtige landschap is afwisselend en er is een dicht netwerk van fietspaden en -routes. Verkijk je echter niet op de steile, weliswaar korte klimmetjes!

Nationaal park Hardangervidda

Op ongeveer 200 km afstand van Oslo ligt het grootste nationale park van Noorwegen en een van de grootste hoogvlaktes van Europa: de Hardangervidda.

Het westen is, anders dan je misschien verwacht, vrij bergachtig. Hier vind je ook de Hardangerjøkulen, een grote gletsjer. Naar het oosten toe wordt de Hardangervidda steeds heuvelachtiger. Twee markante toppen, de Hårteigen (1690 m) en de Gaustatoppen (1883 m), zijn vrijwel overal te zien. Handig ter oriëntatie!

De grote vlakte ligt boven de boomgrens en bestaat uit meren, bemoste vlaktes en riviertjes. Er leven veel rendieren, vogels, maar ook de poolvos en de sneeuwuil komen er voor. Overal heb je weids uitzicht.

De Hardangervidda is goed bereikbaar met de auto, trein en bus. Het gebied is heel geschikt voor beginnende wandelaars, fietsers en langlaufers. Er zijn veel berghutten en bewegwijzerde routes. Je kunt dagtochten en meerdaagse tochten maken, de mogelijkheden zijn talloos.

De fjorden in Noorwegen

Noorwegen staat vooral bekend om zijn sprookjesachtige fjordenlandschap. De hele westkust is bezaaid met inhammen die vanaf de kust tot diep het binnenland indringen. Elke fjord heeft weer zijinhammen en eindigt meestal met een steile bergwand, soms wel honderden meters hoog. Daarboven ligt een hoogvlakte; over de rand dendert een waterval naar beneden.

Sognefjord

De bekendste Noorse fjorden zijn de Hardangerfjord, Sognefjord en Geirangerfjord. Deze laatste fjord is vanwege het adembenemende landschap – steile bergen, spetterende watervallen – een toeristische bezienswaardigheid. De Sognefjord is met ruim 200 km de op een na langste van de wereld (alleen de Scoresbysund in Groenland is langer). De zuidkant bestaat uit steile rotswanden en er zijn nauwelijks wegen; de noordzijde is beter toegankelijk. Hier ligt ook het plaatsje Larvik, waar veel (veer)boten aan- en afmeren.

Een ander indrukwekkend fjord is de Lysefjord met de erboven hangende rotsformatie Preikestolen. Daarvandaan heb je een spectaculair uitzicht dat je niet snel vergeet. Wees wel voorzichtig, want bovenop de rots staan geen hekken. En de wand naar beneden is duizelingwekkend diep …

Al deze fjorden zijn erg populair omdat ze zo mooi zijn. Dat heeft ook een keerzijde: er zijn meer toeristen die het zelfde willen zien als jij.
www.visitnorway.com/…/top-10-van-markante-bergwandelingen../

Bergen

De een na grootste stad van Noorwegen, Bergen, ligt ook in het fjordengebied. Veel vakantiegangers verblijven in deze plaats om van hieruit de fjorden, bergen en gletsjers te bezoeken. Dat is ook te danken aan de Hurtigruten, de bekende Noorse scheepsroute, die hier begint (of eindigt).

Wandelen en fietsen in het fjordengebied kun je zo zwaar maken als je zelf wilt: korte tochtjes langs een fjord, rond een plaatsje of juist een stevige tocht met veel klimmen en dalen. Hou er wel rekening mee dat weer en klimaat de omstandigheden aanmerkelijk zwaarder kunnen maken. Overigens lenen de fjorden zich erg goed voor een boottochtje; zo zie je het landschap van een heel andere kant.

Flåmsbana

Tot slot nog een tip. Maak eens een ritje met de spectaculaire Flåmsbana: een steil traject langs besneeuwde bergtoppen en klaterende watervallen naar het begin van de Sognefjord. Volgens Lonely Planet een van de indrukwekkendste treinreizen ter wereld.
www.visitnorway.com/nl/product/?pid=47175

Lofoten

Deze geïsoleerde eilandengroep in het noorden van Noorwegen bestaat uit meerdere eilanden, zoals Røst, Skomvaer, Vaerøy en andere namen die voor ons nauwelijks uit te spreken zijn. Svolvaer is de hoofdstad van deze eilandenarchipel die boven de poolcirkel ligt.

Visserij

De eilanden zijn vooral bekend vanwege de idyllische vissersdorpjes; overal staan houten rekken waar kabeljauw hangt te drogen. Je ruikt het als je er rondloopt. De hele economie draait er – al jarenlang – om de visserij. Door een warme golfstroom is het klimaat vrij mild. Natuurliefhebbers komen er volop aan hun trekken.

Bereikbaarheid

Vanaf het vaste land kun je de eilanden bereiken met verschillende veerboten. Je kunt ook een treinreis of een vlucht boeken via Oslo naar Evenes of Narvik (of Bodø). Vanaf Evenes rijdt er een bus naar Svolvaer. Je kunt overnachten in oude vissershuisjes die zijn omgebouwd als vakantiehuisje, maar natuurlijk ook in een tent of een hotel.
www.lofoten.info/en/Ferry-and-expressboat

Wandelen op de Lofoten

Qua zwaarte valt het wandelen op de Lofoten tegen. De bergen rijzen steil uit zee op zodat je veel klimmen en dalen over rotsachtig terrein. Omdat de bewegwijzering te wensen over laat, moet je je goed kunnen oriënteren. Bovendien kan het weer tegenwerken. Toen ik op de Lofoten was, regende het zo lang en zo hard, dat kamperen geen optie was. We hebben een paar dagen een trekkershutje gehuurd en konden alleen op de schaarse momenten dat het even opklaarde, een stukje lopen. Dat maakte indruk; nog steeds zie ik de vissersdorpjes, de baaien en de bergen voor me. Een heel bijzondere plek, fotogeniek.

Fietsen op de Lofoten

De Lofoten is ook voor fietsers een aantrekkelijke bestemming. Als je de E10 volgt, rijd je over alle eilanden, van dorp naar dorp. En de hoogteverschillen vallen mee. Natuurlijk kun je ook een zijweg inslaan en wat rondzwerven. Houd er wel rekening mee dat het weer soms tegenvalt.

Nationaal park Jotunheimen

De hoogste bergen in Noorwegen – boven de 2400 m – liggen in nationaal park Jotunheimen. Met maar liefst 200 bergtoppen boven de 2000 m doet het park zijn naam eer aan. Jotunheimen betekent letterlijk ‘Huis der Reuzen’. Met zo’n 2470 m zijn de Galdhøpiggen en Glittertind de hoogste bergen van Noorwegen.

Wandelen in Jotunheimen

Jotunheimen is een populair wandelgebied. Daarom is het er ’s zomers vrij druk. De paden zijn duidelijk gemarkeerd en er zijn goede wandelkaarten te koop. Er is een dicht netwerk van (on)bemande berghutten, maar wildkamperen kan natuurlijk ook. Het stenige terrein en de sneeuw(veldjes) lopen vrij zwaar. Je overbrugt veel hoogtemeters en het weer kan tegenwerken. Daardoor doe je vaak langer over een tocht dan je van tevoren inschat. De Jotunheimen is een gebied voor ervaren wandelaars, zonder hoogtevrees, met een goede conditie.

Fietsen in Jotunheimen

Fietsen is inspannend. Vanwege het bergachtige terrein moet je veel hoogteverschillen overbruggen. Pas als de sneeuw weg is (eind juni) zijn de wegen begaanbaar. Zelf heb ik geen ervaring met fietsen in Noorwegen. Heb jij er weleens gefietst? Onderaan deze pagina kun je je ervaringen delen.

Langlaufen

Jotunheimen is ’s winters populair onder langlaufers en skiërs. Voor een meerdaagse tocht is een ervaring en een goede conditie noodzakelijk. Een klassieke rondtocht is die van Gjendesheim naar Glitterheim. Wie het iets rustiger aan wil doen, kiest voor een standplaats van waaruit je dagtochten maakt.
www.visitjotunheimen.com

Nationaal park Rondane

In het midden van Noorwegen ligt het oudste nationale park van het land, opgericht in 1962: Rondane. Het gebied heeft veel toppen boven de 2000 m. De Rondeslottet is met 2187 m de hoogste berg.

Het park is bergachtiger dan de Hardangervidda, maar minder ruig dan bijvoorbeeld Jotunheimen. Omdat het boven de boomgrens ligt, is het rotsachtig en kaal. Er groeien en bloeien weinig planten, maar er zijn wel veel korstmossen in allerlei kleuren. Er leven rendieren, herten, reeën, elanden en zelfs beren.

Rondane ligt op ongeveer 4 uur rijden van Oslo (zo’n 300 km). Treinen en bussen tussen Oslo en Otta doen er ongeveer even lang over.

Wandelen in Rondane

’s Zomers kun je er prachtige wandeltochten maken. De meeste paden in Rondane zijn goed gemarkeerd. Aantrekkelijke routes zijn die van Mysusæter naar Spranget en Rondvassbu of de tocht van Høvringen naar de Peer Gynt-hytta.

Langlaufen in Rondane

Zelf heb ik ’s winters veel langlauftochten gemaakt in Rondane. Dwars door het gebied loopt de Troll loipe, een gemarkeerde route van 170 km. Je begint in Høvringen (in het noorden) en ‘lauft’ via Ringebufjellet naar Lillehammer (in het zuiden). Als je van noord naar zuid trekt, daal je meer dan dat je klimt.

Vooral het laatste stuk naar Lillehammer is een heerlijke afdaling waar geen eind aan lijkt te komen. Elke enthousiaste langlaufer zou deze tocht een keer moeten maken. Met enige langlaufervaring is dat geen probleem.

Je moet je wel goed kunnen oriënteren. Zo werd ik overvallen door een zeer dichte mist terwijl we een immens groot bevroren meer moesten oversteken. Langs de route zijn vind je zowel berghutten als hotels.

Noord-Noorwegen en Lapland

Noord-Noorwegen, Finnmark, ligt grotendeels boven de poolcirkel. Samen met het noorden van Zweden, Finland en het Russische schiereiland Kola heet dit gebied Lapland. Het is geen apart land, maar een aanduiding van een ruig en dunbevolkt gebied.

De middernachtzon en het noorderlicht trekken toeristen aan. Velen hebben de Noordkaap op hun lijstje van favoriete bestemmingen staan. Het liefst in juni, als het bijna 24 uur per dag licht blijft. Even zo veel mensen dromen ervan om ’s winters het noorderlicht te zien. Noord-Noorwegen is de beste plek ter wereld om dat verschijnsel mee te maken.

Bereikbaarheid

Vanuit Utrecht is de afstand naar de Noordkaap zo’n 3000 km. Er loopt een spoorlijn van Oslo naar Bodø. Daarvandaan is er een goede busverbinding met de Nordnorge-ekspressen naar Alta. Het snelst reis je natuurlijk met het vliegtuig; er zijn lijnvluchten tussen Oslo naar Bodø en Tromsø. Een speciale manier om naar het noorden te reizen is met de Hurtigruten van Bergen naar Kirkenes.

Noord-Noorwegen bestaat uit fjorden, bergen en toendra’s met moerassen. Er leven nog wolven, beren en lynxen in het wild. Elk voorjaar drijven de bewoners (lappen, of Saami) hun rendieren van het binnenland naar de kust waar ze vers gras kunnen eten. Een heel spektakel!

Wandelen

Het noorden van Noorwegen is voor de doorgewinterde wandelaar een ultieme uitdaging. Er zijn weinig voorzieningen, je bent op jezelf aangewezen. Het terrein is zwaar: rotsachtig, moerassig, en weinig duidelijke paden. Maar de hoogteverschillen zijn niet al te groot. Hou rekening met lange afstanden. Het is er vaak koud, het kan regenen of zelfs sneeuwen en hagelen – ik spreek uit ervaring – en het kan hard waaien. Zo hard dat je je afvraagt of je tent, ook al is-t-ie nog zo goed, het wel houdt. Maar je krijgt er veel voor terug. De meeste wandelaars maken een meerdaagse trektocht, de ultieme manier om het gebied te doorkruisen.

Fietsen

Veel ervaren fietsers dromen ervan ooit naar de Noordkaap te rijden. Het zuiden van Noorwegen is nog redelijk dicht bevolkt. Er zijn wel een paar wegen waar je niet mag fietsen (E-wegen). Hoe noordelijker je komt, hoe stiller en bergachtiger het wordt. Langs de kust maak je veel extra kilometers omdat je telkens om de fjorden heen moet rijden. Door het binnenland gaat het sneller.

De grote afstand tussen de dorpen maakt het lastig om inkopen te doen; noodmaaltijden zijn geen overbodige luxe. Veel fietsers nemen terug de trein, de boot (zie Hurtigruten) of een (langeafstands)bus. Allemaal fietsvriendelijke vormen van transport.
www.nordnorge.com/en
www.nordkapp.no/en/

Jouw ervaringen met wandelen in Noorwegen

Heb je zelf een site met wandeltips? Of heb je een aanvulling op deze pagina met info? Laat het hieronder weten.